Hoe weet ik wat de beste VO-school in Oss en omgeving is voor mijn kind?

Waarom dit overzicht?

Hoe weet ik wat de beste VO-school in Oss is voor mijn kind?

Deze vraag is erg lastig te beantwoorden. Helaas is er geen test of een pasklaar antwoord voor. Ieder kind met een vorm van autisme heeft een eigen aanpak nodig.
Als WONBARO, een begin 2006 gestarte groep ouders die een kind met een vorm van autisme hebben, hebben we elkaar al met veel dingen kunnen helpen door uitwisseling van ervaringen. Voorts hebben we in april een bijeenkomst gehad en kennis kunnen maken met instellingen die hulp kunnen bieden, zoals steunpunt autisme, jeugdzorg, MEE, schoolmaatschappelijk werk en huiswerkinstellingen. Door een medewerker van het steunpunt autisme zijn we toen ook geinformeerd over het aanvragen van een leerling gebonden financiering (LGF ofwel rugzakje genoemd), weten we wat in een handelingsplan moet komen te staan en wat een ambulant begeleider doet. Ook is er informatie gegeven over een persoonsgebonden budget (PGB) en hulpmiddelen in verband met de voorbereiding van je kind voor de overgang naar de VO-school

Op 3 oktober 2006 hebben we met ouders die voor de vakantie een kind in groep 8 hadden geevalueerd, hoe nu de overgang naar de VO-school is gegaan. Het resultaten bleken positief.
MNu zijn er andere ouders met een kind in groep 8. Zij moeten dit schooljaar een school gaan kiezen. Ongetwijfeld hebben deze ouders al hierover gesproken met de leraar van groep 8 of met de interne begeleider van de school of met de ambulante begeleider. Een hulpmiddel is om dan samen te inventariseren wat de sterke kanten van de leerling zijn en wat eventueel moeilijkheden kan opleveren. Denk hierbij ook aan alledaagse zaken als het noteren van huiswerk, het begrijpen van pauzeregels, e.d.
De open dagen van VO-scholen bieden, zo was onze ervaring vorig jaar, te weinig informatie om met een goed gevoel een school te kiezen voor en met je kind. We hebben dan ook besloten om, voorafgaande aan de open dagen, een avondbijeenkomst op 17 januari 2007 te organiseren waarvoor we de scholen in Oss gaan uitnodigen. De scholen hebben al informatie op papier gezet en kunnen dit dan toelichten. Ook is er dan de gelegenheid om met de vertegenwoordigers van die scholen een afspraak te maken voor een individueel gesprek. Want ook die ervaring hebben we. Scholen willen graag van te voren goed op de hoogte zijn wat uw kind nodig heeft. Ook blijken scholen bereid om mee te werken aan een soepele overgang naar de VO-school, bijv. door vlak voor de zomervakantie een aparte rondleiding te verzorgen door de school en kennis te maken met de mentor.

WONBARO,

Zie ook onze website: www.wonbaro.nl


De Bongerd in Oss.

De Bongerd heeft als zorglocatie een functie naar alle scholen van het samenwerkingsverband in en rond OSS.
1.De school heeft ruim 280 leerlingen die met behulp van LWOO-middelen, danwel de zorgmiddelen van het samenwerkingsverband of een Leergebonden financiering, ook wel rugzak genoemd in staat worden gesteld alle vormen van VMBO te volgen. Ook zorgleerlingen met het advies VMBO/HAVO komen hier terecht. Zij kiezen dan eerst voor de Bongerd vanwege de kleine schaal en de zorgmogelijkheden.

2.Voordat een kind wordt ingeschreven is er eerst een gesprek van een uur met de ouders, liefst ook met hun kind hierbij. Doel van het gesprek is dat ouders en kind een beeld krijgen van de mogelijkheden van de school en de school een beeld krijgt van de problemen die het kind ondervindt. Vervolgens vindt er ook een gesprek met de basisschool plaats en wordt er met de stukken waarover de ouders al beschikken een dossier gevormd. Afhankelijk van de wensen en behoeften wordt de leerling ingedeeld in een groep, waar hij of zij het beste in past.

3.Nog voor de zomervakantie maakt de mentor van de groep op basis van het dossier een plan van aanpak, dat uitgewerkt wordt in een concept-handelingsplan. De mentor maakt een afspraak met de ouders over het handelingsplan te praten. Op basis van de inbreng van de ouders wordt het handelingsplan bijgesteld. Ouders ondertekenen mede het definitieve handelingsplan. Het handelingsplan, inclusief de inzet van de middelen van het rugzakje, wordt uitgevoerd en wordt drie keer per jaar (november, maart en aan het einde van het leerjaar) met de ouders geëvalueerd en zo nodig met elkaar bijgesteld.

4.De mentoren worden in hun werk ondersteund door twee ambulante medewerkers die ieder een dagdeel per week op school zijn. Knelpunten worden besproken en indien nodig gaat een ambulante medewerker een leerling in de klas observeren.

5.Binnen de onderbouw (de afdeling Remediaal) bestaat de mogelijkheid om het eerste leerjaar over twee schooljaren op te delen. Dit gebeurt in nauw overleg met de ouders en alleen als dit voor de persoonlijke ontwikkeling van het kind gewenst is. Voor de begeleiding en ondersteuning van de leerling worden maximaal drie jaren uitgetrokken. Hij of zij moet dan voldoende toegerust zijn om een adequate overstap te maken naar een andere locatie en de gekozen studierichting succesvol kunnen af ronden. Dit kan ook een overstap zijn naar havo-vwo-afdeling van een VO-school. Gezien de toenemende behoefte gaat er gewerkt worden aan een doorstroomprofiel HAVO. Voor leerlingen die deze overstap naar een andere school niet kunnen maken bestaat de mogelijkheid om de kaderopleiding en de (gemengd) theoretische opleiding op locatie Den Bongerd af te ronden. De kaderopleiding wordt in nauwe samenwerking met de locaties Zuid en West aangeboden.

6.Aan de Bongerd is een dienstencentrum verbonden met de volgende activiteiten, waarvan we, indien nodig gebruik maken:
a.Observatorium van het samenwerkingsverband.
b.Ambulatorium van het samenwerkingsverband
c.Screeningsonderzoek van basisschoolleerlingen van groep 7. Het onderzoek is gratis.
d.Afdeling ambulante begeleiding die vooral gericht is op coaching van collega’s in het VO wat betreft het omgaan met
leerlingen met verhevigde sociaal emotionele problematiek.
Ook wordt er een samenwerkingsvorm opgestart met de GGZ


Het Maaslandcollege in Oss.

Het Maaslandcollege heeft momenteel verschillende leerlingen met een (LGF) rugzakje, waarvan een tiental leerlingen met problemen in het autistisch spectrum. Hiernaast zijn er nog leerlingen met ASS, waarvoor aanvragen zijn ingediend voor een rugzakje of financiële middelen van het regionaal zorgbudget. Voorts zijn er een aantal leerlingen uit REC 3 met een LGF.

1. Het Maaslandcollege kent 2 zorgcoordinatoren, een met betrekking sociaal-emotionele aspecten en een wat betreft cognitieve aandachtpunten, waaronder ook de leerlingen met ASS vallen ( inclusief de taak van het verzorgen van aanvragenrugzakje ofwel LGF, enz. )
Er zijn momenteel acht leerlingen met LGF, voor twee van hen loopt nog een aanvraag voor rugzakje. Daarnaast hebben we nog verschillende leerlingen met pdd of asperger waarbij weinig tot geen extra zorg nodig is.
2. Binnen de school is aandacht voor scholing van leraren (workshops vanuit REC4 en zorglocatie den Bongerd ), zodat docenten weten, wat zij kunnen verwachten, wanneer ze leerlingen hebben met problemen in het autistisch centrum. Voorts krijgen docenten schriftelijk materiaal, o.a. over PDD-NOS en Asperger. Een vereiste is openheid over de leerstoornis. Geen anonimiteit of geheimhouding. Vakdocenten worden op de hoogte gesteld van de leerstoornis door de zorgcoordinator of mentor, zij wonen de workshop bij, maar ook andere geinteresseerde docenten zijn welkom. Concierges worden op de hoogte gesteld over de leerstoornis van betreffende leerlingen om conflicten in pauzes te voorkomen.
3. Een mentor met een leerling met een rugzakje in zijn klas krijgt extra faciliteiten om gedurende 1 uur per week "een op een gesprekken" te houden met de leerling. Hierin wordt met name ook gesproken over het huiswerk. In de eerste schoolweken zal het contact vaker plaatsvinden, zo nodig dagelijks aan het einde van de dag, waarna het contact wordt afgebouwd tot 1x per week aan de hand van een 'praatblaadje' wat ons is aangereikt door REC4.
4. Het Maaslandcollege kiest, in samenspraak met ouders, voor zorg op maat. Iedere leerling heeft andere hulpvragen. Varierend van meer hulp bij aanpak huiswerk/structureren/planning enz, tot iedere dag even het sociale klassengebeuren evalueren. Er wordt gewerkt met handelingsplannen, waarvan de voortgang regelmatig wordt besproken met de ouders en de ambulante begeleider. Daarnaast verwacht het Maaslandcollege medewerking van de ouders. Korte lijntjes waarin ouders meteen laten weten als er thuis iets gaande is, of als de leerling bijvoorbeeld thuis erg druk is na schooltijd.
5.Om elkaar alvast wat beter te leren kennen worden de leerlingen voor het nieuwe schooljaar door de mentor uitgenodigd om een rondleiding te krijgen met hem/haar door het schoolgebouw en alvast kennis te maken. Het merendeel van de leerlingen maakt daar graag gebruik van.
6.Naar wens wordt de klas op de hoogte gesteld, maar altijd in samenspraak met leerling en/of ouders, maar het Maaslandcollege kiest altijd voor de oplossing die voor de veiligheid en welbevinden van klas en leerling het beste is.
7.Binnen de school worden sociale vaardigheidstrainingen gehouden. Voor groepen met grotere problemen in dit opzicht wordt Fides (Heeswijk-Dinter) ingeschakeld.Soms wordt er doorverwezen naar de GGZ voor sociale vaardigheidstrainingen
8.Er is op de school een zorgbreedte-team, waaraan wordt deelgenomen door hulpverlenende instellingen. Met de schoolmaatschappelijk werker is regelmatig overleg. Zij houdt ook contact met bureau jeugdzorg en GGZ.

Voor meer informatie: Mari-Anne van der Poel, zorgcoordinator. Zij is met email te bereiken: m.a.vander.poel@maaslandcollege.nl.
De school is telefonisch bereikbaar op nummer 0412-622328.


Het Mondriaancollege in Oss

1.Voordat leerlingen naar school komen wordt men in de gelegenheid gesteld om het gebouw te leren kennen. Voorts organiseert de school het klic-cafe. Klic staat voor kinderen met leer-, informatie en concentratie problemen. Veelal in maart. Dan komen mensen vanuit het REC, Bestek, Support en mensen die iets kunnen vertellen over ADHD.
2.Er zijn een tiental leerlingen waarvoor de school extra financiele middelen ontvangt, zoals een rugzak of vanuit het regionaal zorgbudget. Voor alle zorgleerlingen wordt ook gekeken naar de inzet van middelen als verlenging van tijd bij proefwerken, mogelijkheid voor een time-out, enz.
3.Alle leraren hebben een workshop van REC Vierland gevolgd over hoe om te gaan met leerlingen met een stoornis in het autistisch spectrum.
4.In ieder geval voor leerlingen met een rugzak wordt er gewerkt met een handelingsplan. Hierbij is ook de ambulante begeleider betrokken. Voor de andere zorgleerlingen wordt er gewerkt met een observatie- en evaluatieplan.
5.Een belangrijke rol is er voor de mentor, die gedurende twee jaar mentor voor dezelfde klas is. Hiernaast krijgen de leerlingen begeleiding van medewerkers van Bestek binnen de school. Het gaat om twee keer twee uur in de week. Tijdens de begeleiding wordt aandacht besteed aan zaken als het plannen en maken van huiswerk. Tevens wordt er controle op gehouden. Er is een begeleider op 4 leerlingen. In totaal gaat het om 10 tot 15 leerlingen. De begeleiders houden contact met de docenten.
6.Jacqueline Mulders is de schoolmaatschappelijk werkster op deze school. Zij is iedere week aanwezig in het zorgteam en is twee dagen per week beschikbaar voor het begeleiden van leerlingen en hun ouders.

Voor meer informatie: Kees Hendrickx; de school is te bereiken op tel. 0412-675000


Het Titus Brandsma Lyceum in Oss

Het TBL heeft maatregelen getroffen voor speciale opvang van alle zorgleerlingen, waaronder leerlingen met problemen in het autistisch spectrum, waarvan er op de havo-vwo gemiddeld 15 tot 20 aanwezig zijn.

1.Iedere ASS-leerling krijgt een eigen begeleid-st-er, bij voorkeur de mentor of anders een docent die ook les geeft in de groep, waarin het kind zit. De begeleider krijgt extra uren (betaald uit het rugzakje) om wekelijks een of twee gesprekken te hebben met de leerlingen over hoe het gaat, knelpunten, e.d. Iedere begeleider krijgt ondersteuning van een ambulante begeleider met ervaring.
2.Alle leraren zijn geschoold en weten waar ze rekening mee moeten houden (structuur en extra aandacht) bij deze leerlingen.
3.Als de leerling het prettig vindt een aparte kennismaking met zijn nieuwe omgeving te hebben, dan wordt dat steeds voor die leerling georganiseerd.
4.Er wordt per leerling gewerkt met een handelingsplan, dat regelmatig wordt geevalueerd, met de ouders erbij. Ouders worden daarnaast voortdurend op e hoogte gehouden.
5.Voorts komt de schoolmaatschappelijk werker een dag in de week op school voor overleg over zorgleerlingen en met de zorgcoordinator (Martien Rietbergen). Indien nodig verwijst hij voor hulp naar jeugdzorg, preventiewerkers GGZ en de opvoedingswinkel.
6.De school kent ook de mensen van de instellingen Support en Bestek die leerlingen kunnen helpen met het huiswerk, met name leren plannen. Waar nodig is er contact tussen medewerkers van deze instellingen en de school.
7.Tot nu toe is dit een goede structuur gebleken en kan er snel gereageerd worden, wanneer een leerlingen een dip heeft.

Voor meer informatie: Martien Rietbergen, teamleider 4 + 5 HAVO en zorgcoordinator.
De school is bereikbaar op telefoonnummer: 0412-622377


Udens College.

Het Udens College telt 2500 leerlingen, verdeeld over twee locaties: havo-vwo: 0413-262335 en VMBO: 0413-262791.
De aandacht voor ASS leerlingen is ontstaan op locatie VMBO.

Voor beide locaties is Marka Dekkers de speciale auti-begeleidster, bekostigd uit de schoolmiddelen van de rugzak.
Voor alle docenten is er een map. Voorts is er een lesbrief en voorlichting met tips over waar docenten rekening mee moeten houden bij het opvangen van een ASS-leerling.
Momenteel zijn er 8 leerlingen met een rugzakje en 7 leerlingen zonder rugzakje (Er zijn wel aanvragen ingediend, maar door REC Vierland afgewezen).

Bij alle leerlingen wordt er gewerkt met een handelingsplan. De voortgang wordt eens in de 6-8 weken besproken door de mentor van de leerling met de ouders en de ambulant begeleider.
Zorgcoordinator van havo-vwo is Joop van de Wiel.
Regelmatig heeft de zorgcoordinator via de schoolmaatschappelijk werker (Jos van Hoogstraten) contact met jeugdzorg.